Witte Donderdag


‘De preek komt naar u toe’ (5)

WITTE DONDERDAG. Overweging bij het Johannesevangelie, hoofdstuk 13, 1-17;

Het gezicht van de Meester

Deze avond is een zwaar geladen avond. Christen- gelovigen van alle windstreken vieren het laatste avondmaal, de laatste keer dat Jezus met zijn leerlingen aan tafel gaat. Het is een maaltijd die wij als een belangrijke kern van ons geloven zijn gaan zien, en dat wij ‘tot Zijn gedachtenis’ blijven doen.

Maar deze avond gaan we terug naar dat oorspronkelijke gebeuren. In drie evangelies krijgen we te horen, hoe Jezus de zegenbede over brood en beker uitspreekt. In het Johannesevangelie niet. Daar gebeurt iets, dat wij in de traditie ‘de voetenwassing’ hebben genoemd. En dat is net zo’n geladen gebaar, als het breken en delen in de eucharistie, het is er onverbrekelijk mee verbonden.

De voeten wassen van je gasten, voor ons voorstelbaar bij woestijnreizigers als een gebaar van welkom. Horend bij de reinheidscultuur van de joden. Voeten wassen, handen wassen, in deze tijd van confrontatie met een ongrijpbaar virus springt er een vonk over. Een sterk punt van de joodse godsdienst waren en zijn de reinheidsvoorschriften. Het boek Leviticus staat er vol van. Een dokter in het ziekenhuis, met wie ik indertijd veel contact had, vond dat (hoewel hij zelf ongelovig was, natuurlijk!) een geweldige vondst; zo hou je ook allerlei enge ziektes en infecties buiten de deur. In een nieuwe tijd van handen wassen en andere hygiëne klinkt dat ineens niet meer zo vreemd.

Jezus zelf relativeert in zijn optreden die reinheidsvoorschriften van zijn tijdgenoten, die een reinheidscultus is geworden, een beslissend geloofsartikel; ben je een ware joodse gelovige of niet? En toch doet hij bij deze laatste maaltijd met zijn leerlingen dat wat als slavenarbeid  wordt gezien; hij buigt zich diep voor zijn leerlingen, en – ondanks verzet – wast hij de voeten van zijn leerlingen.

Op de mooie plaat, die bij dit evangelieverhaal hoort, zien we die Jezus, diep gebogen over die voeten. Wat ik fascinerend vind aan deze weergave is, hoe Jezus zijn gezicht in het water van het reinigingsbekken weerspiegeld ziet. Zo kijkt hij zichzelf aan, want hij weet wat hij doet, en wat dat betekent. Hij heeft het zelf herhaalde malen gezegd; ‘wie onder u groot wil worden, moet de dienaar van u zijn’.(Mc.10,43). Een uitspraak, die blijft klinken, als je jezelf recht in de ogen durft te kijken.

Natuurlijk wordt dit niet begrepen, en misschien wordt in het onbegrip van de leerlingen ons ‘niet weten’ weerspiegeld. Het moet uitgelegd worden, die wederzijdse verhouding tussen meester en leerling. Een verhouding van dienstbaarheid, waarbij ook wij steeds verschillende rollen kunnen aannemen. Soms mogen we in kerk en maatschappij even het voortouw nemen, vanwege opdracht, taak of talenten. Soms zijn we degenen, aan wie een dienstwerk – zorg, onderwijs, verkondiging – wordt verricht. Zijn we als meesters de dienaar? En begrijpen we echt wat ons wordt ‘aangedaan’?

Het evangelie van Johannes is getekend door de wederkerigheid tussen meester en leerling. De saamhorigheid, de liefde schemert er steeds weer doorheen. En zo kun je dit gebaar van reiniging verstaan. Door het teken van voetenwassing schemert de zorg voor elkaar, de intentie om op deze manier van dienstbaarheid maaltijd met elkaar te houden. Voorschrift met een betekenis. In tijden van opnieuw hygiënische voorschriften kunnen we de diepere betekenis daarvan beter begrijpen.

En vanuit het perspectief van de volgelingen van Jezus zeggen we dan ook bij elke eucharistie; Doet dit tot mijn gedachtenis.  

                                                          REN LANTMAN

 

 

 

 

(Toelichting:

De Witte Donderdag is in onze kerk uitgegroeid tot een intieme viering, waarin we extra nadruk leggen op de symbolen, zoals ze ‘vanzelfsprekend’ gebruikt worden bij onze wekelijkse vieringen; het altaar zelf en de bekleding,het kruis, de Bijbel en het boek van mensen, brood en beker. Dit jaar – nog onwetend van de gebeurtenissen rond het coronaviering – wilden we extra aandacht besteden aan het gebaar van reiniging, de voetwassing, zoals in het evangelie van Johannes is opgetekend. Dit gebaar van reiniging, vergezeld van ‘eigen symbolen’, zoals een vlam van de kaars, kruiden), en een kan met water, wilden we toevoegen aan de versiering van de Vastentijd. Deze attributen kun je ook bij de speciale thuismaaltijd op Witte Donderdag gebruiken,zie apart vel). Hierbij de korte overweging, die bij het op Witte Donderdag gelezen gedeelte van het Johannesevangelie hoort).

 


 

naar de vorige pagina ...