Oecumenische vieringen

Twee maal per jaar is er een oecumenische viering van onze parochie in samenwerking met de Protestantse Gemeente in Sittard. Een viering wordt gehouden in januari tijdens “De week voor de Eenheid van Christenen” en de tweede in het najaar.

Deze oecumenische viering vindt afwisselend plaats in onze kerk en in de Johanneskerk, die gelegen is aan de Mgr. Vranckenstraat 9. Eén van de voorgangers van de kerk waar de dienst die dag wordt gehouden heeft de leiding van de dienst, en er wordt dan gepreekt door iemand van de andere kerk. De dienst krijgt evenals andere diensten altijd een thema mee dat de leidraad zal zijn. Vertegenwoordigers vanuit beide kerken bereiden de dienst voor. Zij kiezen de lezingen en maken de gebeden. Het streven is, dat de gezangen in beide kerken bekend zijn. Het wordt zo een gezamenlijke viering van christenen die elkaar herkennen als geestverwanten, die zich gevoed weten vanuit dezelfde bron.  

 

Een ander oecumenisch initiatief is de vespermaaltijd in de Veertigdagentijd:

Gedurende de Veertigdagentijd wordt er drie maal een sobere maaltijd gehouden door mensen van beide kerkgemeenschappen om elkaar te blijven inspireren en te bemoedigen. De maaltijd wordt ter bezinning omlijst met liederen en gebed.

Deze maaltijden worden afwisselend gehouden in een ruimte van de Johanneskerk of onze parochie. De vrijwillige financiële bijdrage van de deelnemers wordt, na aftrek van de kosten, aan een passend doel beschikbaar gesteld. 

 

 

 


Oecumenische viering  22 januari 2023     Jes. 1, 12-18   Mt. 25, 31-40

OVERWEGING                    Thema: Doe goed, zoek recht

 

‘Wanneer jullie voor Mij verschijnen –

wie heeft je gevraagd mijn kerken plat te lopen?

Ik heb een afschuw van jullie vieringen,

ik duld ze niet naast al dat wangedrag.

Van ál jullie kerkelijke feesten heb Ik een afkeer,

ze hinderen Mij, Ik kan ze niet langer verdragen.

Ook als je aanhoudend bidt, luister Ik niet.

Aan jullie handen kleeft bloed!

Breek met het kwaad en leer goed te doen.’

 

De profeet Jesaja…

 

Ik krijg er buikpijn van als ik het zo hoor. Maar als ik in de krant kijk, en lees wat er in de wereld gebeurt, dan moet ik erkennen dat het in onze tijd zo op het oog niet veel beter gaat dan in de tijd van Jesaja. Vluchtelingen die vastzitten in kampen aan de buitengrenzen van Europa. Die verdrinken tijdens hun reis. Die als ze Nederland wel bereiken soms op straat moeten slapen. Op 1 maart dreigt een tekort van ongeveer 1900 opvangplekken... En is het dan goed om tijdelijk de hereniging van vluchtelingen met hun gezinnen te vertragen?

En tegelijk voelt het oneerlijk als God via Jesaja zo tegen ons tekeer zou gaan… Willen we niet met velen het goede doen?

Doe goed, zoek recht… Vooral het woord ‘zoeken’ is in dit kader belangrijk denk ik. Zoeken we genoeg naar recht doen? En hoe kunnen we dat doen? Zijn we eerlijk hierover tegenover anderen en onszelf? Waar zijn er aanknopingspunten en mogelijkheden zonder dat ons een gevoel van machteloosheid overvalt?

Het lijkt mij belangrijk om zowel in het groot als in het klein naar recht en onrecht te kijken.

In het groot gaat het om systemen en structuren. In onze wereld, in Europa en in onze Nederlandse samenleving… Alles hangt met alles samen en iets veranderen zonder vuile handen te maken is razend moeilijk.

Neem bijvoorbeeld de situatie van arbeiders in de textielindustrie. Zo las ik vorige week in de krant een interview met iemand die een tijdje in die sector heeft gewerkt. Na haar masterstudie mensenrechten aan de London School of Economics werd Kim van der Weerd manager van een textielfabriek in Cambodja. Vierenhalf jaar gaf ze leiding aan arbeiders, eerst in een kleinere fabriek, de laatste jaren aan een ploeg van honderd mensen. De realiteit bleek weerbarstig. Zij zegt in het interview: "Ik had honderd werknemers die allemaal afhankelijk waren van de beslissingen die de eigenaar en ik namen. Die mensen hadden het financieel moeilijk en konden het zich niet veroorloven om een maand salaris te missen. Ik moest dus koste wat kost zorgen dat de machine draaiende bleef. Ik deed dingen waarvan ik als student nog dacht dat ik ze nooit zou doen."

Doe goed, zoek recht… Ik denk dat deze vrouw dat heeft geprobeerd, maar toch maakte ze in de omstandigheden waarin ze als manager werkte keuzes die ze eigenlijk niet wilde. Door de financiële belangen, verplichtingen en risico’s die in een dergelijke productieketen zo groot zijn.

Wat kunnen wij eraan doen? We hebben hier niet zoveel vat op, zo lijkt het wel. Fairtrade produceren lukt bij bijvoorbeeld koffie gemakkelijker dan bij textiel… Onze verantwoordelijkheid is echter ook in dat grote verband niet nul… Door het uitbrengen van onze stem hebben we invloed op politieke beslissingen.

Door het wel of niet of minder kopen van bepaalde producten kunnen we ook iets laten blijken. Individuele keuzes kunnen samen met de keuzes die andere individuen genomen hebben wel effect hebben op de grote mondiale of landelijke problemen.

En hoe zit het als we ‘in het klein’ kijken naar recht en onrecht? Dan gaat het vooral om onze contacten dichtbij. Is er voor iedereen plaats in onze geloofsgemeenschappen? In onze stad of dorp of buurt? Is er oog voor de ander die anders is qua kleur, geloof, cultuur, taal of geaardheid? Krijgt de zieke of oudere aandacht? Is er een gevoel van verantwoordelijkheid voor de milieusituatie in onze directe omgeving? Zien we wat er in onze buurt nodig is waar armoede en eenzaamheid zijn of dreigen? In 2023 leven naar schatting ruim 830.000 mensen in Nederland (4,9%) onder de armoedegrens.

Doe goed, zoek recht… Ik ga even met u terug naar de achtergrond van het thema van deze viering. We vieren vandaag samen in de ‘Week van gebed voor eenheid’ van christenen. Het materiaal werd aangereikt – zoals al aangegeven - door een werkgroep uit de Amerikaanse staat Minnesota, waar een deel van de bevolking bestaat uit nakomelingen van tot slaaf gemaakte Afro-Amerikaanse en inheemse mensen. Een maand geleden sprak premier Rutte excuses uit voor het slavernijverleden van Nederland. Dat was en is belangrijk, slavernij is een misdaad tegen de menselijkheid, maar het slavernijverleden speelt in Sittard en omgeving minder dan in andere delen van Nederland of in Minnesota. In onze eigen oecumenische voorbereidingsgroep wilden we daarom vooral kijken wat er nu aan de hand is en wat belangrijk is voor een goede toekomst. Maken wij ons zelf schuldig aan racisme? Is er sprake van blinde vlekken op dit gebied? Profiteren wij van moderne slavernij, denk aan bijvoorbeeld de textielindustrie? Van onderdrukking en uitbuiting van arbeiders? We weten dat arbeidsmigranten ook in ons land of net over de grens soms erbarmelijk gehuisvest worden terwijl ze het werk doen in onze tuinbouw of distributiecentra waar hier niemand zin in heeft… Is er verdeeldheid in onze directe omgeving, wellicht in onze eigen gemeenschap? Kunnen wij als christenen samen één zijn in het verminderen van ongelijkheid, in het zoeken naar recht? In ieder geval is er een grote tweedeling onder de bevolking ook hier in Limburg als we kijken naar de verschillen tussen arm en rijk. Vandaar dat we als collectedoel gekozen hebben voor het Tientjesfonds, daarover straks meer.

Het vinden van eenheid bij het oplossen van problemen bij het zoeken naar recht is niet gemakkelijk. Ik las dat bewoners van Horst aan de Maas protesteren nu die gemeente asielzoekers met een verblijfsvergunning voorrang geeft bij de toewijzing van sociale huurwoningen die de komende drie maanden vrijkomen. ‘Eigen’ bewoners – tussen aanhalingstekens - staan soms acht jaar op een wachtlijst… Wat is acceptabel? Wat is goed doen, wat recht?

In het Matteüs evangelie vinden we niet de concrete oplossing hiervoor en ook niet voor andere praktische kwesties maar wel de basis voor het omgaan met dergelijke gewetensvragen… In vers 35/36 van Matteüs 25 staat wat er toe doet: 35 Want Ik had honger en jullie gaven Mij te eten, Ik had dorst en jullie gaven Mij te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij op, 36 Ik was naakt en jullie kleedden Mij. Ik was ziek en jullie bezochten Mij, Ik zat gevangen en jullie kwamen naar Mij toe.” Aan ons allen, aan u en aan mij, wordt vandaag gezegd: Al loop je je kerk plat, als je geen oog hebt voor je medemens, dan sla je de plank mis. Als er bloed aan je handen kleeft, dan heeft al je bidden geen zin. En omgekeerd, alles wat je doet voor je medemens in nood, doe je voor God en zal uiteindelijk door God worden gehonoreerd. Doe dus goed en blijf vooral zoeken, zoeken naar recht!

 

Elly Bus-Linssen

 


Overweging op 11 september 2022 Vrangendael

Vrede en generaties

We hoorden vanmorgen twee teksten uit de bijbel.

Een tekst waarin het gaat over generaties en een tekst waarin het gaat over vrede.

Want die twee thema’s willen we in deze dienst graag verbinden. Vrede is iets voor alle generaties.

We begonnen deze dienst al met het nadenken over vrede, waar denken we zelf aan bij dat woord?

We hoorden mensen van verschillende generaties hierover iets zeggen.

De tekst uit de wet van Mozes klonk daarna misschien wel heel zwaar: God wil niet dat we andere goden dienen.

En als je dat wel doet dan volgt er straf, niet alleen voor jezelf maar ook voor de generaties na je. Zo dacht men daar in die tijd over.

Misschien is dat ook niet vreemd, want wij kennen ook het gezegde: goed voorbeeld doet goed volgen.

En het omgekeerde is natuurlijk ook waar.

Kinderen nemen van alles van hun ouders over.

Laat dat dan dus het goede zijn.

Want dat goede wil God zegenen, zelfs tot de duizendste generatie.

Laten we dus vrede doorgeven aan de volgende generaties.

Maar wat is dan die vrede?

Zelf dacht ik daar ook over na.

Het eerste wat je denkt is: geen strijd, geen oorlog.

De oude Romeinen kenden echter de spreuk: Als je vrede wilt, bereid je dan voor op de oorlog.

De Romeinen heersten over een uitgestrekt rijk en dat lukt alleen, als je allerlei volkeren met geweld onderwerpt of via handelsbetrekkingen aan je weet te binden.

Vrede, de Romeinse vrede – de Pax Romana – kan er alleen zijn, door oorlog of oorlogsdreiging.

Een gewapende vrede.

En zo werkt het nog steeds in de wereldpolitiek.

We zien nu zelfs weer oorlog in Europa, in Oekraïne.

De vraag is: hoe bewaar je in dat machtsspel de vrede? De Romeinse wijsheid zegt: door oorlog te voeren of ermee te dreigen.

Je moet niet zwak zijn, je moet je tegenstander imponeren.

Nu zegt Jezus in het evangelie: mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan.

Deze uitspraak van Jezus komt uit zijn zogenaamde afscheidsrede.

Daarin wordt een tegenstelling gemaakt tussen de volgelingen van Jezus en de wereld.

Waarom kan de vrede die de wereld geeft niet tippen aan de vrede die Jezus geeft?

Omdat de vrede van Jezus meer is dan een gewapende vrede.

De vrede van Christus is geen afgedwongen vrede, vanuit een machtspositie, maar is de vrede van het kruis, van de overgave, van de kwetsbaarheid.

Een ontwapenende vrede.

Als je vrede wilt, moet je je niet voorbereiden op oorlog, maar wees dan bereid om met elkaar in gesprek te gaan en te blijven…

Zoek de vrede, door bruggen te slaan in plaats van muren te bouwen.

Een tweede reden die de vrede van Jezus anders maakt, is dat dit een vrede is die ons geschonken wordt.

Zijn vrede is niet de uitkomst van een politiek proces of het resultaat van menselijke inspanningen.

Het is een vrede die Hij alleen ons schenken kan.

Maar als je dat zo zegt, ligt er wel een misverstand op de loer.

Het misverstand, dat onze inspanningen voor vrede, er eigenlijk niet meer toe doen.

Dat het eigenlijk gaat om een innerlijke vrede, een vrede in je hart, of zoiets.

Maar zo is het niet.

Onze inspanningen voor vrede zijn en blijven belangrijk, zeker in een onvolmaakte wereld.

De vrede die Jezus belooft, doet daar niets aan af.

En het is ook niet bedoeld als een soort extraatje.

Nee, het is de vrede die als het ware van binnenuit onze gebrekkige vredespogingen invult en kracht kan geven.

Jezus spreekt met zijn leerlingen over zijn naderende afscheid.

Als ik er straks niet meer ben, zegt Jezus, zal ik jullie toch niet verlaten.

Zijn belofte van vrede heeft te maken met de gave van de heilige Geest.

Door de Geest is Jezus er bij, dat is zijn belofte.

En die geldt ook nu.

Dat is waarvan de kerk, de gelovige gemeenschap, leeft, elke dag opnieuw.

En waar de Geest van Jezus is, daar kan het toch niet anders dan vrede zijn en vrede worden?

Het symbool van de Geest is niet voor niks een vredesduif!

De vrede die Jezus geeft is een dagelijkse actuele realiteit.

Het is niet zo, alsof ons een vrede beloofd wordt die pas aan het einde komt, als alles is voltooid.

Als het koninkrijk van God is aangebroken.

Of als de eeuwige vrede tussen de volkeren tot stand is gebracht.

Nee, de vrede die Jezus schenkt, is er nu al, voor wie daarin gelooft en daarop vertrouwt, en zich daar ook op richt.

De vrede is een geschenk, maar dat geschenk kun je pas ontvangen en ervaren als je Jezus liefhebt.

Daarom is de Pax Christi ook een rijke, innerlijke vrede, die de onrust, die er in ieders leven is, kan overwinnen. Dat geldt in je persoonlijk leven, en in het leven van de kerkelijke gemeenschap, juist daar wil Jezus’ belofte van vrede werkzaam zijn.

En dat geldt voor alle generaties.

We leven hier in een tijdperk van vrede, maar de paradox is dat er steeds meer mensen zijn, in onze huidige maatschappij, die in onvrede leven.

Ontevreden burgers, kwaad op alles, uit onmacht en frustratie, waarvoor dikwijls ook allerlei redenen zijn. Juist in een individualistische maatschappij, waarin je zelfredzaam en zelfstandig moet zijn en je eigen zaakjes moet te regelen, waarin solidariteit en gemeenschapszin in de knel raken, worden mensen aan hun lot overgelaten.

Dan voelen ze zich niet erkend en herkend en ontstaat er maatschappelijke onvrede.

Dat moeten we onder ogen zien.

Hoe komt het dat veel jonge mensen ontevreden, onzeker en neerslachtig zijn?

Depressie is niet alleen een hersenaandoening, het is ook de ziekte van onze samenleving, die mensen isoleert en in de steek laat.

Misschien kan het ons helpen, om dat woord van Jezus tot ons door te laten dringen, zijn belofte: Mijn vrede geef ik je… niet dat wat als vrede geldt in de wereld. Mijn vrede… mijn liefde .. stel je daarvoor open, dan zullen de Vader en ik bij jou wonen.

Zo persoonlijk is die belofte.

Je hoeft er niets voor te doen, niets voor te presteren, je hoeft je er alleen maar voor open te stellen.

Maar wie is sterk genoeg, om kwetsbaar te durven zijn?

Daarom zegt Jezus tot slot: ‘Wees niet bang, verlies de moed niet’.

De belofte van vrede van Jezus wil ons juist moed geven.

Een vrede die verbindt, en niet een vrede die isoleert. Geen gewapende maar een ontwapenende vrede.

Door de heilige Geest kunnen we die vrede leven en uitdragen, voor het hier en nu, en voor de komende generaties.

In de naam van de Vader, en de Zoon en de heilige Geest. Amen

 

Jolien Leeffers

 


OECUMENISCHE VIERING 26 september 2021 OVERWEGING

Mede-christenen,

Goed om elkaar weer te zien, elkaar weer te ontmoeten. Zo was de stemming bij de voorbereiding van deze viering. Gelukkig, we kunnen onze traditie van gezamenlijk bidden en vieren weer oppakken. Elkaar ontmoeten en ook zingen. Dat was de laatste tijd nogal een ding. Ik heb van onze oecumenische broeders en zusters geleerd dat dit ‘ingetogen’ moet zijn, volgens de laatste stand van zaken. Benieuwd hoe dit klinkt. En dan de kaarsen, hier twee op de tafel, die elkaar aansteken, elkaars geloof belichten. Oecumene in optima forma!.

Want U weet het; de liturgie is een ‘heilig spel’, waarin we mogen danken en denken, maar het is ook een ernstig spel. We komen niet voor niets rond de Vredesweek bij elkaar. En het thema dat ons rond vrede bezighoudt – en dat is niet voor de eerste keer – is: Wat doe jij in vredesnaam? Een thema, dat een appel doet op onze verantwoordelijkheid. En de richting waarin we gevraagd worden te denken is die van de inclusieve samenleving, een samenleving die niemand buitensluit, maar integendeel ieder omarmt die er bij wil horen, die er deel van uitmaakt.

Ik hoef u niet te vertellen dat dit een zwaar en indringend thema is. En u de bedreigingen te schetsen die deze inclusiegedachten bedreigen. Van buiten af de zwarte wolken, als gevolg van de brandhaarden aan de uiteinden van Europa. Natuurbranden, maar ook menselijke, humanitaire rampen die zich afspelen. Maar ook bedreigingen van binnen uit. Groepen die terecht hun plaats willen innemen, de lhtb + gemeenschap, terecht. Hoewel soms harde eisen, zoals rond taalgebruik, soms weer niet bevorderlijk zijn voor die inclusie.

Wat doe jij in vredesnaam? Wat wil je en kan je doen? Hoe kunnen we elkaar daarin ondersteunen, bemoedigen en inspireren, als geloofsgemeenschap, als leden van een christen-gemeente? Misschien wordt die vraag wat lichter als we onszelf bezinnen op onze ‘core bussiness’, om maar een onkerkelijk woord te gebruiken. En die is: kijken met de ogen van het geloof. Kijken met de ogen van het geloof naar mensen, naar deze wereld. Kijken met de verwondering van een kind, dat nieuwsgierig is en blijft, experimenteert en de grenzen van zijn kunnen opzoekt, en nieuwe mogelijkheden ontdekt. Zoals de protestantse gemeente in de afgelopen periode gezocht heeft, gewikt en gewogen en nu boven het fusieproces de spreuk hangt; “een nieuw elan”. Zoals op de kerkmuur van Vrangendael in alle wisselingen de jaarspreuk hangt: ‘Durf te vertrouwen, juist nu’. Wie de bijbel een beetje kent, weet dat er soms rake dingen op muren geschreven staan. Hier in positieve zin.  Deze motto’s zouden elkaar kunnen aanvullen, oecumene in optima forma!

De Vlaamse spraakmakende kerkjurist Rick Torfs heeft een boek geschreven onder de titel; ‘De kerk is fantastisch!’. Een titel, die waarschijnlijk niet alleen bij mij enige weerstand oproept. Hoe zo fantastisch? Je hoeft toch geen groot geleerde te zijn om te zien hoe het op dit moment met de kerken, dus met ons vergaat. Wat ze met zich meesleept aan toestanden uit het verleden, waarmee ze steeds weer wordt geconfronteerd. En afgezien daarvan; wij zijn maar een bescheiden onderdeel geworden van de maatschappij..

En toch nodigt zo’n prikkelende titel uit tot lezen, en dat is natuurlijk de bedoeling van de auteur en de uitgever. Als kerkjurist weet deze Torfs hoe het in de kerk – hij beperkt zich overigens tot de roomskatholieke kerk – mis kan gaan, en schrijft daar uitgebreid over. Maar toch; er zijn twee elementen waarin kerken – wij dus – iets kunnen betekenen; dat is het bieden van gastvrijheid en het openhouden van wat ons te boven gaat, met een katholiek woord transcendentie genoemd. Gastvrijheid: ieder is welkom, uiteraard met de beperkingen die daarbij horen Maar maatschappelijk wordt misschien naar je vaccinatiebewijs gevraagd, in de kerk niet naar je geloofsbrieven. Je mag er zijn, met al je geloof, je hoop, je liefde – je angst en je twijfels. Je mag gezien en gehoord wordt. En transcendentie, een woord dat niet ‘zweverig’ is, en weghoudt van de aardse werkelijkheid, maar doet aanvoelen, dat niet alles te vatten is in termen van ‘functie’  of ‘nut’. Zoals zingen in een viering een functie heeft als onderbreking van het woord of nuttig is voor onze ademhaling, maar het is veel meer, waardoor we soms kunnen verzuchten: het is prachtig, het is mooi, het heeft me geraakt.

Vanuit deze gastvrijheid en het openhouden van de werkelijkheid voor nieuwe en soms verrassende ervaringen kunnen we de verbinding zoeken; met onszelf en met wat ons uitdaagt buiten ons. En laten we wel wezen; deze gastvrijheid en openheid heeft de diaconale betrokkenheid van onze gemeenten vindingrijkheid en creativiteit gegeven. En langdurige verbintenissen met mensen. Laat ik het eens zelfbewust zeggen: we hoeven onszelf niet op de borst te kloppen, maar we hebben veel in huis. In de laatst gehouden viering werd aan de aanwezigen gevraagd om te reageren op de uitdagende oproep; ‘ kom uit je bubbel’. Die reacties werden verzameld in een schatkistje, met de belofte daar iets mee te doen. Een schatkistje, mooi uitgevoerd, dat ons als een soort tijdcapsule verbindt tussen verleden, heden en toekomst. Na deze overweging mag u een inkijkje hebben in de inhoud, dat wat mensen als hun ‘schat’ kwijt wilden, wat ze wilden bewaren, en in het midden van ons samenzijn wilden leggen. Wat geschreven is, sluit heel goed aan bij de gedachten over gastvrijheid en transcendentie. Zowel naar elkaar als geloofsgemeenschappen, als naar buiten – wat ons daar raakt, en wie op ons een beroep doet. Het is met weinig woorden soms treffend opgeschreven.

Bij dit alles kunnen we onze inspiratie ontlenen aan het evangelie van Marcus, de lezing van vandaag. In het voorafgaande hoofdstuk heeft Jezus de indringende vraag gesteld, wie hij voor zijn leerlingen is. En de gang naar Jerusalem is ingezet. Daarmee worden twee thema’s zichtbaar, die ook terugkomen in de lezing van vandaag; macht en lijden. De boodschap van het Rijk Gods, die verborgen werkelijkheid die niettemin werkzaam is vanuit ons geloven, is volstrekt niet onschuldig. Het stuit op weerstand, op de machten van deze wereld, die in hun slechtste vorm niet uit zijn op inclusie, maar exclusie, uitsluiting van alles wat de heersende toestand bedreigt. Maar hier zien we  hoe pijnlijk ook- dat die machtsvraag ook binnen de kring van leerlingen speelt. Maar daar lopen ze niet mee te koop, het speelt onderhuids. In de tekst staat het veelbetekenend: ze zwijgen, de machtsvraag blijft verhuld, zoals zo vaak,  Maar Jezus doorziet dit, en geeft hen te denken  over  eersten en laatsten. Daarover zongen wij. Meer nog, Jezus maakt een veelzeggend gebaar; hij omarmt een kind en zegt: ‘wie in mijn naam een van dergelijke kinderen onderdak verleent, geeft mij onderdak, en wie mij in huis neemt, neemt niet mij in huis, maar degene die mij gezonden heeft’. (Marcus 9,36). In het omarmen en opnemen van het kwetsbare mogen we iets ervaren van het Godsgeheim. Het goddelijk geheim dat in leven, werken, dood en verrijzenis van Jezus, zo geloven wij, ons tot voorbeeld en redding is.

Daar moeten we het mee doen. Kijken naar mensen vanuit geloof – hun en onze kwetsbaarheid erkennen, en opnemen. Niet naïef, want we weten van macht en lijden. Niet alles wat we in vredesnaam zouden willen, kan ook – sommige initiatieven mislukken door allerlei oorzaken. Maar Jezus’ gebaar blijft ons verrassen (waar haalde hij ineens dat kind vandaan? Geen exegeet die het weet. Maar het was er, en zal er altijd in ons midden zijn.).En het zet ons, hoe bescheiden ook, ons weer in beweging om kwetsbaarheid te omarmen. In vredesnaam. Laten we dat alles overwegen, terwijl we onder het zingen/orgelspel/ in stilte naar onze schatten. Want waar uw schat is, daar is uw hart (Matth. 6,21). Zo staat geschreven.

 

REN LANTMAN, 26 september 2021, Johanneskerk Sittard

 

naar de vorige pagina ...